De eerste moedermelk die je overigens al in de zwangerschap produceert, staat bekend als ‘colostrum’. Direct na de bevalling is deze melk er dan ook gewoon in de juiste samenstelling en hoeveelheden, en het zit boordevol antistoffen (die niet via de placenta kunnen) die je baby optimaal beschermen tegen infecties.
De reflexen die je baby tijdens de zwangerschap heeft ontwikkeld, worden na de bevalling gelijk actief. Je baby zal naar de borst zoeken en instinctief proberen aan te happen en te zuigen. Het huid-op-huid contact het eerste uur na de bevalling laat je baby rustig wennen aan de buitenwereld en bevordert de reflexen. Met de eerste voeding aan de borst drinken wordt het drinken opgeslagen in het geheugen van je baby en kan dit daarna beter worden herhaald.
Na een paar dagen veranderd colostrum langzaam in moedermelk en wordt de hoeveelheid meer. In principe is dit hormonaal geregeld (zoveel uur na de geboorte van de placenta), maar regelmatig je baby de kans geven te drinken helpt je melkproductie verder omhoog te brengen. De eerste dagen zijn met name om te oefenen, omdat je baby vanwege zijn opgebouwde reserves nog niet veel melk nodig heeft. Alle baby’s verliezen gewicht de eerste dagen en door omstandigheden van bijvoorbeeld de geboorte kan dit wat meer dan gemiddeld zijn. Als het gewichtsverlies richting de 10% van het geboortegewicht bedraagt en extra huid-op-huidcontact en aanleggen niet voldoende helpt, kan het nodig zijn om bijvoeding te geven en te starten met kolven. Bijvoeding kan bestaan uit je eigen afgekolfde moedermelk, donormelk of kunstvoeding.
